Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ziet, Ik zal [60]wat nieuws maken, [61]nu zal het [62]uitspruiten, [63]zult gijlieden dat niet weten? Ja, [64]Ik zal in de woestijn een weg leggen, [en] rivieren in de wildernis. 60. Dat is, wat voortreffelijks, iets dat tevoren nimmer is gehoord of gezien geweest. 61. Dat is, in korteren tijd. 62. Dat is, in het werk gesteld worden; ene manier van spreken, genomen van de kruiden en bloemen, die uit de aarde spruiten. 63. Dat is, zekerlijk, gijlieden zult dit weten. 64. De zin is: Ik zal mijne kerk wonderbaar verlossen en bewaren, gelijk Ik eertijds mijn volk wonderbaar door de woestijn heb gevoerd en uit een steenrots water heb gegeven; Ex.17:6.